Mest verliezen naar de bodem worden door denitrificerende bodembacteriën in de watervoerende laag afgebroken:

2NO₃^- + 2CH₂O + 2H⁺→ N₂O + 2CO₂ + 3H₂O
                             2N₂O → 2N₂ + O₂

Deze stelling is met name voor de realisatie van het natuur doel van groot belang in combinatie met het kwel predicaat, die het ontstaan van kristalheldere beekjes in natuurgebieden beschrijft, op plaatsen waar mest wordt gevormd door natuurlijke nitrificatie en als N-residu overblijft.

Vanwege de schaal ρ die karakteristiek is voor winvelden op dunne watervoerende lagen, zullen de stroomlijnen

niet altijd hetzelfde pad volgen als het debiet Q(t) en de neerslag N(t) een natuurlijke variatie kennen. Omdat het grondwater de weg van de minste weerstand volgt, gelden voor grootschalige winvelden op dunne watervoerende lagen, de Laplace voorwaarden niet. Dit heeft als consequentie dat met name dicht bij de pompput van een puntwinning, een bistabiele relaxatie oscillatie ontstaat. Als daarbij het assimilatie  predicaat niet voldaan wordt, zal ook het denitrificatie proces geen goede diensten meer kunnen leveren, met als gevolg dat de bescherming van de kwetsbaar geachte bronnen steeds zwakker wordt.