Mest geven
In het hoofdstuk de natuur herstellen, worden de noodzakelijke en voldoende voorwaarden beschreven om de natuur te kunnen herstellen, door hoogwaardige water winvelden toe te passen. Daarbij moeten de waterleidingbedrijven het assimilatie predicaat voldoen en de agrariërs en de natuurbeheerders, moeten het overbemesting predicaat voldoen. Dit stelt eisen aan de mest toegift die goed reproduceerbaar moet zijn.
De mest samenstelling kent vele componenten, waarvan stikstof: NOx- de belangrijkste is, Fosfor en Kalium zijn ook belangrijke stoffen in de stofwisseling van planten.
De mest basis wordt In natuurgebieden bepaald door het proces van natuurlijke nitrificatie. Daarbij wordt de meeste mest uit bodemlucht gevormd onder begeleiding van de zuurgraad, de pH. Löss grond is vruchtbaarder dan zand, omdat de korrels in de bodem kleiner zijn, waardoor het korreloppervlak groter wordt. Daardoor is de mest basis op een löss bodem groter dan op een zandbodem.
De mest toegift
In landbouwgebieden is vloeibare of vaste stalmest een gedeeltelijke vervanger van de mest basis. Daarbij staat de mest concentratie op het eind van het teeltseizoen, nog steeds onder begeleiding (<=) van de pH, als er relaxatie oscillaties ontstaan kan . Daarover later meer als de hydrologie besproken wordt.
Het bemesting verlies wordt op het eind van het teeltseizoen bepaald uit mest basis + mest toegift - mest behoefte.
Er is sprake van overbemesting als het bemesting verlies > 0. We kunnen deze waarde in % omrekenen naar de stikstof concentratie in mg/l en toetsten aan de KRW-doelwaarde van 50mg/l in het grondwater en 100mg/l in open water.
Het overbemesting predicaat wordt voldaan als de overbemesting <= 0 is.
