Omdat de meetploeg van Alterra de gegevens aanleverde, die zo belangrijk waren bij het ontslag van hun collega, was het voor de hand liggend dat zij ook duidelijkheid zouden geven betreffende de meetresultaten:

¹Er is echter weinig bekend over de mogelijkheid van stapeling van deze fouten, dus is het lastig om universele uitspraken te doen over de fout die kan optreden. De totale fout (verschil grondwaterstand versus werkelijke grondwaterspiegel) kan in een extreem geval oplopen tot meer dan 1m. Dit verschil mag natuurlijk niet op voorhand worden geïnterpreteerd als een verandering in de ligging van de grondwaterspiegel. Daarvoor moeten we kijken naar de veranderingen in de tijd van de werkelijke grondwaterspiegel….

Het valt hier op dat er wordt gesproken over de grondwaterstand, de grondwaterspiegel en de werkelijke grondwaterspiegel, zonder dat deze begrippen goed vastliggen.

… Bij ruimtelijke interpolatie neemt de fout alleen maar toe en is, uiteraard afhankelijk van het gebied en de gebruikte methode, gemiddeld zo’n 0.2m tot 0.5m groot. Anderzijds verkleint ruimtelijke aggregatie de fout weer omdat het toevallige deel van de fout grotendeels wordt uit gemiddeld.

De beschreven meetfouten zijn helemaal geen meetfouten, ze zijn ontstaan doordat de Laplace voorwaarden voor dunne watervoerende lagen niet voor elke schaal geldig zijn. Bovendien mag de tijdreeksanalyse niet gebruikt worden, omdat de tijdreeksanalyse een model maakt van de watervoerende laag waarbij veronderstelt wordt dat de Laplace voorwaarden wel geldig zijn.

1. H.P. Ritzema, G.B.M. Heuvelink, M. Heinen, P.W. Bogaart, F.J.E. van der Bolt, M.J.D. Hack-ten Broeke, T. Hoogland, M. Knotters, H.T.L. Massop, H.R.J. Vroon, Meten en interpreteren van grondwaterstanden, Analyse van methodieken en nauwkeurigheid. Alterra rapport 2345, 2013