De overbemesting stelling beschrijft de mestgift, terwijl de assimilatie stelling de mestopname beschrijft in relatie tot de diepte ontwatering.

In een groeizaam jaar zal de mestopname de hele mestgift tot nul reduceren en de Minas wetgeving is zo ontworpen dat die voorwaarde elk jaar voldaan zal worden.

Bij het meten van de stikstof concentratie kan er geen onderscheid gemaakt worden tussen het uitspoelen van mest als gevolg van het niet voldoen van de overbemesting stelling, of het niet voldoen van de assimilatie stelling.

Bij de introductie van het monitoring programma dat werd ¹ingericht tussen 1977 en 1984 door het Rijks Instituut voor de Drinkwatervoorziening (RID/RIVM), werd besloten dat het RIVM de stikstof concentratie zou meten en dat er voor de rest gekeken zou worden naar milieudruk en beleidsmaatregelen.  Hierdoor wordt de diepte ontwatering genegeerd en wordt de mestopname overgebracht naar de andere kant van de mestbalans. Vervolgens wordt de mestconcentratie gemeten door het RID/RIVM en de overschrijding van de norm toegerekend aan de agrarische sector, omdat zij 'de bodem bemesten'.

Zo kun je geen wetenschappelijk onderzoek uitvoeren, want de standplaatsvergelijking van de gewasopbrengst van 2 maisvelden, laat duidelijk zien dat de mais verwelkt, waardoor de mestopname op 5% stagneert, waardoor 95% van de mestgift uitspoelt. De stagnatie van de groei is duidelijk niet een gevolg van overbemesting, maar van diepte ontwatering.

Dit voorbeeld laat ook zien dat het van groot belang is dat de causale oorzaak, in dit geval de diepte ontwatering, wordt gemonitord en niet op het causale resultaat, de stikstof concentratie.

1. W. Duijvenbooden, L.F.L. Gast, J. Taat, Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit: eindrapport van de inrichtingsfase, RIVM rapport nr. 840482001.