Als het assimilatie predicaat wordt vergeten...
In 1970 was prof. C. Van den Akker de eerste Nederlandse hydroloog die de oorsprong van vlekkenwater (tri-chloorethyleen) dat was gevonden in het Amsterdamse leidingwater kon herleiden tot het Gooise grondwater. Hij gebruikte bij deze kwalitatieve vaststelling de meetopstelling gegeven in fig. 1. Uit de beschrijving die ik zojuist heb gegeven betreffende de het ontstaan van gewasschade enerzijds en stikstof verliezen anderzijds blijkt dat de meetopstelling van fig. 1. de oorzaak van het ontstaan van de schade verhult voor alle fysisch-chemische en biologische processen waarbij de hoogte van de grondwaterspiegel h(x,y,t) of de diepte ontwatering d(x,y,t), een rol speelt. Bij de instelling van het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit tussen 1977...1985 heeft de begeleidingscommissie hierover vragen gesteld, maar die zijn onbeantwoord gebleven, met als gevolg dat de stikstofconcentratie werd gemeten en getoetst aan de NL en EU norm van 50mg/liter. Omdat de drinkwatersector zich actief bemoeide met de wetgeving werd een normoverschrijding altijd toegeschreven aan de agrariërs.
Vanaf dat moment was het in Nederland heel gewoon dat onschuldige burgers (de betreffende agrariërs) veroordeeld konden worden door de wet en regelgeving. Dit was de overtreffende trap van een gerechtelijke dwaling, die koste wat het kost vermeden moet worden.
De provincies gingen aanvullend een Provinciaal Meetnet Grondwaterkwaliteit oprichten. De auteurs H.P. Broers en J. Griffioen schrijven:.
Inleiding
In 1991 is de eerste fase van het provinciaal grondwaterkwaliteitsmeetnet van de provincie Noord-Brabant voltooid. Het ontwerp van het meetnet is gebaseerd op het concept van homogene gebiedstypen, unieke combinaties van landgebruik, bodemtype en geohydrologische situatie, die zijn samengesteld met behulp van GIS en remote sensing. De nieuwe grondwaterkwaliteitsputten zijn over de homogene gebiedstypen verdeeld, rekening houdend met de oppervlakte van de gebiedstypen en het gevaar voor uitspoeling van verontreinigingen naar het grondwater. Uit een eerste evaluatie van de meetgegevens, gebaseerd op analyses van de helft van de nieuwe meetpunten, wordt geconcludeerd dat het ondiepegrondwater (tussen 10 en 25 m-maaiveld) in zowel agrarisch gebruikte gebieden als in bosgebieden sterk is beïnvloed door menselijke activiteiten. Soortgelijke conclusies werden getrokken uit een evaluatie van de grondwaterkwaliteits-gegevens van de landelijke meetpunten in de provincie. Vooral in agrarisch gebruikte infiltratiegebieden werden hoge kalium-, nitraat- en sulfaatgehalten aangetroffen, die drinkwaternormen overschrijden. In bosgebieden worden vaak hoge aluminiumgehalten gevonden. De samenstelling van het ondiepe grondwater in kwelgebieden is meestal onbeïnvloed door menselijke activiteiten en weerspiegelt de grondwatersamenstelling in diepere watervoerende pakketten. In intermediaire gebieden varieert de grondwatersamenstelling sterk, maar in de onderste filters van het meetnet wordt vaak 'natuurlijk' grondwater aangetroffen. Uit de evaluatie van de meetgegevens is geconcludeerd dat bij de evaluatie van grondwaterkwaliteitsmeetnetten meer aandacht moet uitgaan naar de mate waarin reacties tussen water en sediment de grondwaterkwaliteit bepalen. Bepaling van de geochemische eigenschappen van de doorstroomde sedimenten is daartoe onontbeerlijk.
Voldoende! voorwaarden:
- Assimilatie
predicaat!
<hoge kalium-, nitraat- en sulfaatgehalten> & - Zure sulfaatbodem predicaat!
<hoge aluminiumgehalten> & - Kwel predicaat!
<kwelgebieden, 'natuurlijk' grondwater>,
Ik heb uit hun inleiding de effecten overgenomen, waarvan ik wist dat ze reageren op een de verandering van de grondwaterspiegel die optreedt bij drinkwaterwinning, en deze ingedeeld in het bewijs, hierboven. Als U op de link bij de stelling klikt, kunt U onmiddellijk zien waarom een grondwaterstandsverlaging in al deze gevallen zo'n belangrijke rol speelt. De implicatie hiervan is dat je de oorsprong en de concentratie van vlekken water (tri-chloorethyleen) in het Amsterdamse kraanwater uit het Gooise grondwater kunt bepalen met een meetopstelling gegeven in fig. 1. Dat lukt ook voor de stikstof concentratie, mits de diepte ontwatering zich uitsluitend in het interval van volledige assimilatie beweegt, maar aan die voorwaarde wordt in de praktijk nooit voldaan. Daardoor zijn er uiteindelijk drie bijdragen aan de gemeten stikstofconcentratie, die worden bepaald door de overbemesting stelling, de depositie stelling en de diepte ontwatering, maar het is wel de kunst om de onderlinge verhoudingen te bepalen.
Als we lezen: ...Wordt geconcludeerd dat het ondiepe grondwater (tussen 10 en 25m-maaiveld) in zowel agrarisch gebruikte gebieden als in bosgebieden sterk is beïnvloed door menselijke activiteiten. Dan weten we intussen dat de synthese methode in staat moet zijn om een winveld te realiseren dat het natuurdoel zal realiseren, maar dan moet wel de winning van water uit de dunne watervoerende laag als de belangrijkste menselijke activiteit meegenomen worden.
In Noord-Brabant is het moeilijk om schade vrije winvelden te maken, dit komt doordat nagenoeg elk winveld een grondwaterspiegel heeft die hellend was in de nul toestand. Daardoor ontstaat een doorgaande trend, met zeer grote verlagingen van de grondwaterspiegel. Je kunt het een chemicus niet kwalijk nemen dat hij dat soort kennis niet paraat heeft. Maar omdat het om een belangrijk onderzoeksveld gaat is het van groot belang dat de onderzoekers vrij zijn om te onderzoeken wat ze willen, en de relevante kennis met elkaar delen.
Omdat het gaat om een groot aantal vakgebieden waaronder ecologie, hydrologie, drinkwaterwinning, landbouw, natuurbeheer, en de maatschappelijke sectoren, die alle apart van elkaar tot ontwikkeling zijn gekomen, is er relatief weinig coherentie in het onderzoeksveld.
Deze publicatie van Broers en Griffioen, laat duidelijk zien hoe belangrijk het is dat onderzoekers samen kunnen werken over de grenzen van hun vakgebieden, en ook dat ze niet aangestuurd worden door hun opdrachtgever die er wellicht belang bij heeft om bepaalde zaken anders voor te stellen. Juist als je dingen wilt doen die te mooi zijn om waar te kunnen zijn, loop je tegen de wet van het behoud van ellende aan. Hydrologen moeten zich juist bezig houden met nieuw onderzoek en niet te veel afgaan op handige boeken met allerlei weetjes.