Assimilatie

De volledige assimilatie van meststoffen is een belangrijk proces voor iedereen die graag kristalhelder grondwater water wil winnen, maar het is ook belangrijk als we ervoor willen zorgen dat de gewasverdamping intact blijft. Het is mogelijk om probleemvrije winvelden te realiseren, door AI technieken toe te passen. Daarvoor is een gedetailleerde beschrijving van alle details die ter zake doen onmisbaar. In dit hoofdstuk beschrijf ik de details, van mest en de volledige assimilatie ervan. Het assimilatie predicaat en het bemesting predicaat omvatten alle belangrijke details. In het hoofdstuk het proces van de natuur werk ik het volledige overzicht uit op een hoog niveau van abstractie. Bij elk belangrijk hoofdstuk worden samenvattende conclusies opgenomen.

Mestgift en mestbehoefte

Een agrariër, maakt het mij duidelijk dat gewassen niet tot in de hemel zullen groeien, als je steeds meer mest geeft. De implicatie was dat de mest bijdraagt aan de groei van het gewas binnen de grenzen van de maximale groei, die varieert per gewas, zoals blijkt uit de onderstaande afbeelding. 

De mestgift wordt afgestemd op de mestbehoefte van het gewas. Voor een weiland en een bos zijn de mestbehoeften gelijk.

Ik kon, overal om me heen, zien dat dat geldig is voor zowel  natuur én landbouwgebieden. In beide gevallen komt de mestgift op geleide van de zuurgraad, de pH tot stand.

Mest adaptatie

Bodembacteriën kunnen zich voortplanten, met een snelheid vergelijkbaar met de COVID virus. Daardoor maakt het weinig verschil of we te doen hebben met tarwe, raapolie, weiland, of bos. De verschillen in de stofwisseling, worden opgevangen doordat het aantal bodembacteriën zich aanpast op de actuele situatie en ook doordat een afwijkende pH de opbrengst van de chemische reactie beïnvloedt.

Mest substitutie

Mest afkomstig van natuurlijke nitrificatie kan altijd  vervangen worden door stalmest of mest afkomstig van weidegang. Daarbij maakt het geen verschil of het om koemest, paardenmest, of mest van dinosauriërs gaat.

De bodem die ademt

De dikte d(h) van de waterfilm die zich met behulp van de polaire watermoleculen, hecht aan de zand of lösskorrels in de bodem speelt een belangrijke rol bij de vorm van de assimilatie curve.

Er bestaat een constante h½ waarvoor geldt: d(h+h½)/d(h), met als gevolg dat de dikte van de waterfilm met een factor {1/161/32} dunner wordt over een lengte van{4, 5}h½.

De lengte van het interval van verwelking {ll,l} staat tot de lengte van het interval van maximale groei {l,h}, verhoudt zich ongeveer als 1 : 4 voor bijvoorbeeld een zand bodem, met h½ = 0.25m.

Het polaire watermolecuul

Het oppervlak van de korrels, waar het polaire watermolecuul zich via adhesie aan hecht, is fenomenaal. Als we aannemen dat de korrels een diameter hebben van {1..1/2}mm tot mm dan is het oppervlak per m3 in de orde van grootte van {1000..8000}m2 per m2 maaiveld. Daarmee is het oppervlak waarmee de bodem ademt groter dan het oppervlak van onze longen. 

Fenomenaal groot oppervlak

Dit verklaart ook waarom lössgrond, met z'n kleinere korrels, vanwege het veel grotere beluchtte oppervlak, van nature een vruchtbare bodemsoort is. Het fenomenaal grote oppervlak is van groot belang voor de natuurlijke nitrificatie. Het laat ook zien dat zure regen, c.q. stikstofdepositie geen rol van enige betekenis speelt in natuurgebieden en ook niet in landbouwgebieden. Dit onderwerp wordt ook nog vanuit de plaatsnaamkunde in het hoofdstuk stikstofcrisis benaderd.

De assimilatie curve met 4 heel specifieke punten {ll,l,h,hh}

Bij het punt l, in de assimilatie curve is er sprake van een evenwicht tussen het vocht opnemend vermogen van het wortelgestel en de levering van bemest bodemvocht vanuit de onverzadigde zone. De assimilatie curve wordt, afgezien van het interval {h, hh ...}  gevormd door de convolutie van de zojuist genoemde begrippen en beschrijft daardoor in het interval {l,h} de maximale groei van het gewas g op de bodem b.

Assimilatie in formule vorm

In het hoofdstuk het proces van de natuur worden heel nadrukkelijk oorzakelijke verbanden gebruikt, om het effect op het weer, en het klimaat van het osmose en het assimilatie verlies te kunnen berekenen. Bij het osmose verlies en het assimilatie verlies is de hoogte van de grondwaterspiegel ten opzichte van het maaiveld hmv, de oorzaak en het mest verlies naar de bodem het gevolg.

Osmose verlies 

Nat schade

 ο(hmv)=gemiste_groei (hmv, h, hh) in %.

als gevolg van verandering van de grondwaterspiegel hmv.

Assimilatie predicaat

Maximale groei

Het assimilatie predicaat wordt voldaan bij de realisatie van een hoogkwalitatief water winveld voor alle (x,y) en (tk) in het winveld A, als:

    g.b.hmv(l) < h(x,y,tk) + mv(x,y) <=  g.b.hmv(h)                      (1)

voldaan wordt.

De hoogte h, van de grondwaterspiegel moet zich volgens (1) voor alle (x,y) en (tk) bewegen in het interval g.b,hmv{l,h}, daarbij is g het specifieke gewas en b de specifieke bodem.

Assimilatie verlies

Droogte schade

α(hmv)=gemiste_groei (hmv, ll, l) in %.

als gevolg van verandering van de grondwaterspiegel hmv.

Dynamiek van de groei

Door de groei van de gewassen te bestuderen [1], kon prof. R. A. Feddes samen met zijn team verbonden aan de Landbouw Hogeschool Wageningen, de latere Wageningen Universiteit, door de hoogte van de grondwaterspiegel hmv, ten opzichte van het maaiveld, te bestuderen, de oorzaak van het mest verlies naar de bodem bepalen.

Daarbij maakt hij een onderscheid tussen het osmose verlies (de nat schade), en het assimilatie verlies (de droogte schade).

De referentiegewasverdamping [1] is de hoeveelheid water die verdampt uit een grasveld dat goed voorzien is van water en nutriënten. Deze waarde wordt door het KNMI bepaald met behulp van een regelmatig gemaaid grasveld met korte wortels, door toepassing van de formule van Makkink. Dit wordt, omdat alle omgevingsfactoren zijn meegenomen, gebruikt als basis om met de assimilatie curve te kunnen werken met diverse bodems en diverse gewassen, dit aspect is uitgebreid onderzocht door de vakgroep van prof. R.A. Feddes.

Voor mais dat als een zaadje de grond ingaat, en dat doorgroeit tot een gewas van ongeveer 2.5m hoog, is de wortellengte niet constant, met als gevolg dat de vorm van de assimilatie curve van mais afhangt van het ontwikkelingsstadium, dat via het assimilatie verlies vastligt op elk tijdstip tk. Dit heeft als effect dat de gevoeligheid voor assimilatie verliezen, allengs afneemt. Dit wordt vastgelegd met steeds lagere kritieke waarden van {.. ll, l}(tk).

Hieruit volgt dat een techniek die de hoogte van de grondwaterspiegel hmv, optimaal instelt, kennis moet hebben over het ontwikkelingsstadium (tk) van snelgroeiende gewassen, zoals mais, om goed te kunnen functioneren.

De analyse techniek gebruikt door de groep van prof. R.A. Feddes gebruikt een tijdreeks om de contour van de assimilatie curve te beschrijven met een bemonsteringsperiode T van 10 dagen. Met deze techniek kan, in combinatie met het gebruik van hoogwaardige winvelden, voor iedere plaats (x,y) en voor ieder tijdstip (tk) in het teeltseizoen van ten minste 120 dagen, het osmose verlies en het assimilatie verlies bepaald worden in % van de maximale groei, die door de mestbehoefte van het gewas vastligt. Rond het eind van het teeltseizoen, dus niet noodzakelijkerwijs op dag 120, zal de stikstofconcentratie in de bodem of in open water een minimale waarde aannemen. Die volgens de KRW-norm, < 50mg/l moet zijn in de bodem en < 100mg/l in open water. Het stikstof verlies naar de bodem gaat zeer snel naar 0 door de aanwezige denitrificerende bodembacteriën in de toplaag van de verzadigde zone, i.e. in de eerste 1.5 tot naar schatting 2m onder de grondwaterspiegel. Dat denitrificerende bodembacteriën al heel lang een belangrijke rol spelen in de bodemchemie, blijkt ook uit de analyse van de stikstofdepositie (zure regen) op basis van historische gegevens uit het jaar waarop plaatsnamen werden gegeven, zeg het jaar 1500, als beschreven in het hoofdstuk stikstofcrisis.

  1. Wikipedia: Referentie gewasverdamping.

Restwaarde

Zodra de groei van het gewas stagneert op het eind van het teeltseizoen, bijvoorbeeld doordat de zon lager komt te staan, neemt de activiteit van de nitrificerende bodembacteriën af, maar die activiteit is, mede omdat de dagen allengs langer worden, niet abrupt 0 maar verloopt, in natuurgebieden en ook in landbouwgebieden, nog steeds onder geleide van de zuurgraad de pH. Agrariërs zaaien in landbouwgebieden een vanggewas in, om de restwaarde alsnog door assimilatie verder naar 0 te brengen.

Relaxatie oscillaties zorgen voor zeer snelle veranderingen in de hoogte van de grondwaterspiegel hmv die op de grens van de onverzadigde zone, met nitrificerende bodembacteriën ligt en de verzadigde zone, met denitrificerende bodembacteriën. Daardoor gaat in de buut van de pompput, veel mest naar diepere delen van de verzadigde zone verloren waardoor waterleidingbedrijven én natuurgebieden, niet meer kunnen beschikken over het zo gewenste kristalheldere grondwater.

Bemesting predicaat

Het bemesting predicaat wordt voldaan als de stikstof concentratie in de onverzadigde zone kleiner of gelijk is aan de restwaarde. Zolang er mest verliezen naar de bodem zijn moet de restwaarde in de verzadigde zone door denitrificerende bodembacteriën worden afgebroken om met zekerheid te kunnen profiteren van kristalhelder grondwater.

Het effect van denitrificerende bodembacteriën speelt ook een grote rol bij de stikstofdepositie. zoals blijkt uit het hoofdstuk stikstofcrisis.

Beperkingen

Het zojuist beschreven model is het best beschikbare. Desondanks heeft het, net als de vele soorten lysimeters, ook z'n beperkingen. Eén beperking van vele modellen is dat er géén rekening wordt gehouden met de actuele aantallen bodembacteriën.

De andere beperking ontstaat doordat de dikte d(h) van de waterfilm, tijdelijk groter wordt na elke bui, omdat óók deze waterfilm berging biedt voor kleine hoeveelheden water. Daardoor hangt de omvang van het assimilatie verlies ook nog af van het interval tussen buien. Bij het gebruik van het assimilatie predicaat om schade te voorkomen, speelt dat effect geen rol meer.

De waterleidingbedrijven waren altijd zeer bezorgd, dat ze te hoge compensatie vergoedingen, conform art 7.18 waterwet af zouden moeten dragen.

Ik los alle problemen samen op door innovatieve technieken toe te passen.

Hulp bieden

Je kunt het de minister van landbouw, visserij, voedselzekerheid en natuur, en ook de landsadvocaat niet kwalijk nemen dat zij geen pasklaar antwoord hadden. Als het verslechteringsverbod in combinatie met stikstofdepositie, geen goed criterium is dan moeten we de waterleidingbedrijven helpen door hoogkwalitatieve winvelden te ontwikkelen en deze via de EU beschikbaar te stellen.

Een slechte koop

Bij de privatisering van de waterleiding maatschappijen, leek het runnen van een waterleidingbedrijf, heel eenvoudig, maar met een leveringsverplichting en instabiele water winvelden was die droom voorbij. Daar kwam bij dat het bedrijf dat de meeste overnames deed een boekhoudprogramma had gekocht dat de hele organisatie kantelt, daardoor komt de verantwoordelijkheid voor het wetenschappelijke onderzoek bij de man op de werkvloer te liggen, doordat er in de boekhouding geen ruimte is voor een aparte onderzoek afdeling.

In het hoofdstuk hydrologie horizontaal, laat ik zien dat de verlaging van de grondwaterspiegel, van het meest gebruikte type winveld, een puntwinning, kan worden beschreven als de oneigenlijke som van de transportverlaging en een winningsverlaging. Die winningsverlaging heeft slechts een waarde van 0.2m voor een hydrologie horizontaal.

Ik spreek hier over een oneigenlijke som, want er bestaan wél winvelden met alléén een winningsverlaging, maar niet met alléén een transport verlaging. Dit laat al iets zien van de aard van het dilettantisme in de hydrologie.

Achtergrondverlaging

Een nieuw element in de verdrogingsproblematiek besprak ir. H. L. M. Rolf (DGV/TNO) [1], namelijk het verschijnsel dat er veel algemener sprake is van daling van de stijghoogte dan op grond van lokale ingrepen zou mogen worden verwacht. Hij noemde dat de 'achtergrondverdroging'. Kenmerken ervan zijn, dat de verlaging geleidelijk is opgetreden, vaak al optrad in de jaren vijftig en zestig, gemiddeld zo'n 20 cm bedraagt; meestal gestabiliseerd is, maar soms, met name in het Drents Plateau, een doorgaande trend vertoont.

Het was me al snel duidelijk Rolf bij de achtergrondverlaging een hydrologie horizontaal beschrijft en bij de doorgaande trend een hydrologie hellend, deze twee gevallen vertonen vanwege de aard van de grondwaterstroming in de nul-toestand grote onderlinge verschillen.

Omdat niemand beschikte over een eenvoudige methode om de winningsverlaging te berekenen met een grondwaterformule, terwijl het voor velen al wel duidelijk was dat de achtergrondverdroging, een effect was dat optreedt als gevolg van de winning van grondwater, werd de naam achtergrondverlaging bedacht, om een effect te beschrijven dat ontstaat nadat een winveld vergund was, terwijl niemand voor de achtergrondverlaging een goede verklaring had. Een goede verklaring had het waterleidingbedrijf natuurlijk wel. Er ontstond, met toestemming van de bestuursrechter, een werkwijze waarbij de grondwaterspiegel werd verhoogd met de waarde van de achtergrondverlaging. Omdat elk voordeel ook een nadeel heeft, bleek dat men vergeten was om het assimilatie verlies, dat een gevolg is van de gemiddeld optredende verlaging van 0.2m te bepalen. De bestuursrechter gaf dus toestemming ,,,,,,,



voor het in mindering brengen van de compensatie vergoeding, maar niet begreep dat daardoor mest naar de bodem verloren gaat. Dit is een onderwerp van grote strijd geweest tussen de drinkwaterbedrijven en hydrologen waar veel over gepubliceerd werd.

Afgezien van het feit dat de agrariërs daardoor op een systematische wijze benadeeld worden, moeten we goed begrijpen dat door de water winning een gemiddeld mest verlies van 204/604 = 34% naar de bodem ontstaat, dat de agrariërs niet kunnen beïnvloeden.

  1. Symposium 'Verdroging, grondwaterwinning de enige oorzaak?
  2. C. Maas, Valkuilen in de tijdreeksanalyse: Het geval Terwisscha, Stromingen 18 (2012) nr 2.
De stikstof en fosfor balans gaat niet uit van oorzaak gevolg relaties niet in landbouw gebieden en ook niet in de natuurgebieden bij het vraagteken.

De mest gift gaat niet direct naar de gewasafvoer, maar altijd eerst naar de bodem, waar de gewassen in landbouw en natuurgebieden, als het assimilatie predicaat voldaan wordt, afgezien van een klein restje, alle mest opnemen. Daarbij doet het niet ter zake of het om een landbouw of een natuurgebied gaat, vooropgesteld dat het bemesting predicaat ook voldaan wordt.

Het assimilatie predicaat stelt eisen aan de hoogte van de grondwaterspiegel, terwijl het bemesting predicaat eisen stelt aan de actuele mestgift. Wie verantwoordelijk is voor wetenschappelijk onderzoek, moet een model correct uitwerken tot op het niveau van oorzaak -> gevolg relaties.  Zo'n uitwerking heeft prof. R.A. Feddes van de Landbouw Hogeschool Wageningen gemaakt en ik za de details ervan nog nader bespreken.

In wetenschappelijk onderzoek wordt van alle onderzoekers verwacht dat zij bijdragen aan voortschrijdend inzicht. Dat kan in dit geval alléén als er naar het onderzoek van Feddes en z'n collega's wordt verwezen, en fouten daarin worden opgespoord en vervolgens worden besproken. Het mag niet zo zijn dat personen worden veroordeeld op basis van fouten in het wetenschappelijk onderzoek.

Om beter te kunnen begrijpen wat er aan de hand is, ga ik nu eerst dieper in op de praktijk en aansluitend op het werk van prof. R. Feddes en z'n collega's.

Mest bedreigt drinkwaterwinning

Meststoffen verontreinigen het grondwater. Zuivering wordt steeds duurder en complexer. De Nederlandse waterbedrijven zijn bezorgd en pleiten voor maatregelen.

Vanwege het gebruik van de achtergrondverlaging, wordt het assimilatie verlies in grote delen van het winveld veel te laag ingeschat, waardoor er veel mest verloren gaat naar de bodem. Daarom neemt Arjan Frentz, het voortouw om dit probleem, dat de waterleidingbedrijven zelf veroorzaken, te melden bij de politiek, die bereid wordt gevonden om een groot percentage van de melkveestapel af te slachten. 

Als een te grote verlaging van de grondwaterspiegel het probleem is, kun je niet verwachten dat de grondwaterspiegel hogere waarden aan zal nemen door koeien af te slachten.

  1. A. Frentz, E. Hakkenes, Trouw, Waterbedrijven slaan alarm: mest bedreigt drinkwater winning. Trouw, 24 Juni 2017.

Laat hmv de hoogte van de grondwaterspiegel zijn. Er gaat mest verloren naar de bodem:

  1. Door het osmose verlies, als de grondwaterspiegel hmv  tussen g.b.{h,hh} of hoger staat.
  2. Door het bemesting verlies als gevolg van overbemesting,
  3. Door het assimilatie verlies, als de grondwaterspiegel hmv lager dan g.b{ll,l} staat.

Het is bij de studie van het klimaat, van groot belang dat deze 3 oorzaken van elkaar gescheiden worden. Omdat hmv een toestandsvariabele is die een functie is van de plaats (x,y) en de tijd (t) en we geïnteresseerd zijn in hoogkwalitatieve winvelden die als eigenschap hebben dat er geen meststoffen onnodig in de biotoop komen, moet het assimilatie predicaat voldaan worden, voor een gegeven gewas g, op een bodem b. Als dat predicaat voldaan wordt voor alle (x,y) en voor alle (tk), zal een hoogkwalitatief water winveld te ontstaan, waarin geen meststoffen naar de bodem verloren gaan indien de agrariërs het overbemesting predicaat

     overbemesting (mest_gift) = 0,

voldoen.

In de mestbalans ontbreekt een opsplitsing naar de oorzaken, zoals het assimilatie verlies, het bemesting verlies, het osmose verlies, en de natuurlijke nitrificatie

De daartoe aangewezen Nederlandse overheidsinstantie, het RIVM, volstaat echter met het meten van de stikstof concentratie, en de WUR en het PBL splitsen het mest verlies naar de bodem niet uit naar het assimilatie verlies en het bemesting verlies, of het osmose verlies en het bemesting verlies. Daar komt bij dat de Wageningen Universiteit helemaal niets doet met het onderzoek van prof. R. Feddes, maar gebruik maakt van de diensten van bevriende natuurorganisaties. Daardoor zijn de Wageningen Universiteit, het PBL en het RIVM niet meer in staat om aan te geven welke stappen genomen moeten worden om een stikstof concentratie van 50mg/l in de bodem te realiseren, of een stikstof concentratie van 100mg/l in open water.

spreken ook uitsluitend over het mestverlies naar de bodem, dus zonder een onderscheid te maken naar het ontstaan van de mest verliezen.

De KRW-norm

De Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat de stikstof concentratie < 50mg/l in de bodem is aan het eind van het teeltseizoen.

wel is voorgeschreven wordt in de KRW wetgeving. Daardoor wordt een grote fout gemaakt, die ervoor zorgt dat er geen realistische werkwijze meer bestaat om de doelstelling van een stikstof concentratie < 50mg/l in de bodem te kunnen realiseren. De reden daarvoor is dat de drinkwatersector zich  van geen kwaad bewust is, waardoor het mest verlies in z'n geheel (zonder deugdelijke motivering) wordt toegeschreven aan de agrariërs, terwijl de drinkwatersector juist de assimilatie verliezen veroorzaakt.

  1. FL Naus, D van Gils, TJ Brussée
    Toestand en trend van de ondiepe en middeldiepe grondwaterkwaliteit in Nederland zoals gemeten in het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit




Assimilatie in detail

Elk gewas g. heeft een mestbehoefte die ik normeer op 100% en realiseert een mestopname  ≤ 100% als functie van de hoogte van de grondwaterspiegel ten opzichte van het maaiveld hmv.

Bij de assimilatie curve wordt onderscheid gemaakt tussen een 3-tal intervallen op basis van 4 waarden van de hoogte, {ll, l, h, hh}. Daarbij wordt bij de hoogte rekening gehouden met de exponentiele dikte van de waterfilm die zich hecht aan de bodem.

Voor de berekening van de effecten op de groei die ontstaan als gevolg van de verandering van de grondwaterspiegel, werd door de agrohydrologen van de Landbouw Hogeschool te Wageningen, het teeltseizoen opgedeeld in 12 intervallen van 10 dagen. Daarbij wordt per gewas g, en per bodem b, rekening gehouden met de gemiddelde hoeveelheid ingestraalde energie van de zon en de ontwikkeling van de lengte van de wortels. Op die manier kan de maximale groei bepaald worden en ook geijkt worden aan een standplaatsvergelijking.

In de praktijk zijn er erg veel bodems en ook erg veel gewassen mogelijk. Daarom wordt vaak met gras gewerkt als referentie gewas, omdat in dat geval ook theoretische inzichten over de gewasverdamping meegenomen kunnen worden. Dit soort zaken zijn, belangrijk maar ik ga daar hier niet verder op in omdat ik wil laten zien hoe de processen samenhangen en de natuur en het klimaat beïnvloeden. Dit is belangrijk, omdat vele klimaatmodellen uitgaan van het idee dat je de invloed op het klimaat kunt berekenen door een gewogen som van de CO2 uitstoot te bepalen, terwijl ik juist probeer om de oorzaak -> gevolg relaties in beeld te brengen.

Dit verschil wordt pijnlijk duidelijk als de Wageningen Universiteit probeert om mee te zeilen op klimaat argumenten en probeert om de vorming van methaangas in polders te minimaliseren, daarbij wordt de uitstoot van methaan in vergelijking met CO2 met een factor 80 gewogen.

Door de grondwaterspiegel hmv te verhogen, door de polderbemaling aan te passen, wordt het osmose verlies zo groot dat de KRW-norm die stelt dat de stikstofconcentratie < 50mg/l gerealiseerd zal worden, en < 100mg/l in open water überhaupt niet meer realiseerbaar is.

Sterk niet-lineair

Omdat deze processen sterk niet lineair zijn, maar wel van groot belang zijn voor het ontwerpen van hoogkwalitatieve winvelden, willen we graag teruggrijpen op wiskundige principes die krachtig, én eenvoudig zijn. Als we proberen om de maximale groei te realiseren, dan is het goed dat we weten dat de groei altijd positief is. Daardoor weten we dat de maximale groei gerealiseerd wordt als de groei in elk interval van 10 dagen maximaal is. Als de mestgift en de mestbehoefte positieve waarden zijn dan moet de voorwaarde mestgift < mestbehoefte, voor alle (x,y) en (t) in het winveld voldaan worden om een zo klein mogelijk bemesting verlies te realiseren.  Op vergelijkbare wijze vinden we voor een klasse gewas g. en een bodem b.

en

Bemesting verlies

overbemesting

β (mestgift) = (if        (mestbehoefte < mestgift)

       then (metstgift - mestbehoefte)

       else   0) + restwaarde.


De mestbehoefte van het gewas g. op bodem b. wordt iets kleiner bij slecht weer. Daardoor kan bij een mestgift van 100% volgens deze definitie een (klein) bemesting verlies ontstaan. Op het eind van het teeltseizoen neemt de mestbehoefte snel af terwijl de natuurlijke nitrificatie onder geleide van de pH nog een voorraadje mest heeft aangemaakt, de restwaarde. 

en

Het werk van prof. R.A. Feddes, z'n medewerkers en z'n collega's bij de FAO, was belangrijk omdat gewassen uitsluitend groeien als ze gelijktijdig kunnen beschikken over nutriënten (mest) én water en ook geen nat schade oplopen door osmose. Dit is heel belangrijk voor de biotoop van het leven, en daarom ook voor de natuur en het klimaat.

Het assimilatie verlies is 0 in a) en 95% in b)

Nagenoeg alle winvelden van het waterleidingbedrijf hebben problemen met de bodemchemie omdat het assimilatie predicaat niet wordt voldaan

Hypothese klimaat verandering

Op zo'n moment zitten de waterleidingbedrijven met de handen in het haar. Er wordt besloten dat dit sterk afwijkende gedrag, dat men niet kon verklaren, afkomstig moet zijn van klimaatverandering. Ik zal bewijzen dat die hypothese niet klopt, en als we dat resultaat toepassen op het natuurgebied Stroothuizen, dan wordt het ook duidelijk waarom Stroothuizen opnieuw hersteld moet worden.

De achtergrondverlaging

Hydrologen hadden moeite om voor een hydrologie horizontaal de transportverlaging en de winningsverlaging, die optreedt in de effectieve winningsstraal van het winveld te bepalen.

Sinds het duidelijk was dat de groep van prof. R.A. Feddes een sterk negatief advies gaf over het op papier verhogen van de grondwaterspiegel, om kleinere compensatie vergoedingen uit te kunnen keren. Deze werkwijze werd de toepassing van de achtergrondverlaging genoemd. Dit had als voordeel dat de compensatie vergoeding conform art. 7.18 waterwet, niet meer geheel wordt uitbetaald, terwijl de mest verliezen naar de bodem, om precies te zijn, het assimilatie verlies, niet kleiner wordt. Deze truck werd gebruikt om de rentabiliteit van de waterleidingbedrijven op peil te houden. Maar omdat het assimilatie verlies even groot blijft, weten we dat we het actuele mest verlies naar de bodem even groot blijft. Het netto effect daarvan is duidelijk te zien in de standplaatsvergelijking tussen maisvelden, waar we duidelijk kunnen zien dat de groei van de mais afneemt als gevolg van het assimilatie verlies, terwijl iedereen zal begrijpen dat de groei niet afneemt as gevolg van overbemesting, c.q. een bemesting verlies.


Nederland moet voldoen aan Europese regels die vervuiling van water door mest tegengaan. Dit is de Europese nitraatrichtlijn. Deze regels moeten ervoor zorgen dat er minder stikstof en fosfaat in de bodem, rivieren, meren en het grondwater terechtkomen. Die stoffen zitten in mest. Een teveel daarvan is slecht voor de bodem en waterkwaliteit.

In de Europese nitraatrichtlijn staat onder andere dat:


 

groot nadeel heeft dat lijkt het wel alsof de Wageningen Universiteit het als haar taak ziet om op kosten van de belasting betaler zoveel mogelijk bedrijven van agrariërs te doen stoppen. 

Het is belangrijk dat we rekening houden met die restwaarde bij de vraag of iedereen voldoet aan de eis die de KRW-wetgeving stelt: een stikstofconcentratie< 50mg/l moet voldaan worden, in de bodem, en < 100mg/l in open water. Bij de standplaatsvergelijking blijkt dat er met gemak een assimilatie verlies van 95% kan ontstaan. Kenmerkend voor het assimilatie verlies is dat de groei van het gewas stagneert als gevolg van de verlaging van de grondwaterspiegel ten opzichte van het maaiveld: hmv, door het waterleidingbedrijf. Dit aspect is extreem belangrijk voor het herstel van de natuur, maar ook omdat de winning van water het herstel van de natuur onmogelijk kan maken. In de wetgeving wordt daar niet over gerept. Bovendien worden het PBL, de Wageningen Universiteit, en het RIVM beschreven als verantwoordelijk voor het onderzoek, dat heel abrupt en zonder deugdelijke motivatie, afscheid neemt van het werk van prof. R.A. Feddes, van de Wageningen Universiteit. Wie zonder motivatie onderzoek verricht in strijd met de bestaande kennis, moet er rekening mee houden dat dit ook in strijd kan zijn met de wetenschappelijke werkwijze en ook met het principe van wetenschappelijke integriteit, immers als er een dringende reden zou zijn om af te wijken van bestaande kennis, hoort dat, als onderdeel van het onderzoek, dat is gebaseerd op het actieprogramma, onderzocht en beschreven te worden.

Rechtszaken

Recent is  er sprake geweest van twee rechtszaken, die gevoerd werden op basis van het verslechteringsverbod in combinatie met stikstofdepositie. Steeds was er sprake van een situatie in het veld, die nu niet meer realiseerbaar is. In beide gevallen werd het assimilatie predicaat niet voldaan. 

Assimilatie verlies bij hydrologie hellend

Meer specifiek was, in het eerste geval, in de Veluwe waar op een gegeven moment de monstername niet meer mogelijk was omdat de grondwaterspiegel te laag stond, een te groot assimilatie verlies ontstaan.

Osmose verlies in de polder

In het tweede geval  wordt het polderpeil op 0.2m -mv, veel te hoog gesteld waardoor een te groot osmose verlies met bijbehorend assimilatie verlies ontstaat. Door de osmose gaan de wortels van grasvelden van de agrariërs rotten, waardoor er door rotting meer laagveen in de polder gevormd wordt, terwijl er gelijktijdig methaan vrijkomt. Dit methaan werd in WOII gebruikt als noodvoorziening om de lamp te branden en te koken. In z'n colleges heeft prof. C. Van den Akker, die doceerde aan de TU Delft, veel aandacht besteed aan het ontstaan van waterschappen die het polderpeil nauwkeurig stuurden door bemaling. Door de beperkte groei van het rottende gewas ontstaan ook assimilatie verliezen, waardoor de meststoffen fosfor en stikstof naar de bodem verloren gaan, dat is slecht voor de waterkwaliteit omdat algen het gedeeltelijk uitvallen van de groei van het gras overnemen. 

Waterkwaliteit

Door de beschreven processen, gaat de waterkwaliteit, achteruit. Bij de drooglegging van polders wist men heel goed dat sloten met een passende diepte nodig waren voor een goede waterhuishouding. De oprichter van de Landbouw Hogeschool te Wageningen,

Grondwaterreserve

Winand Staring, was een van de eersten die een waarneempunt had ingericht om het slootpeil te meten, waaruit hij de opbolling van de grondwaterspiegel bepaalde tussen twee sloten, met als doel de grondwaterreserve te meten, die indertijd gebruikt werd om watermolens aan te drijven.

Fout motief

De verhoging van de grondwaterspiegel tot 0.2m -mv, wordt door de Wageningen Universiteit, gemotiveerd vanuit het oogpunt van de minimalisatie van broeikasgassen, maar het heeft geresulteerd in te hoge concentraties van de meststoffen fosfor en stikstof in de bodem, en door grondwaterstroming komen de meststoffen ook in open water terecht. Vervolgens stellen de onderzoekers van de Wageningen Universiteit dat de zogenoemde derogatie af geschaft moet worden, nog voor 2027.

Doordat ik consequent dezelfde naamgeving gebruik, blijkt dat de tekst van Sjors Hofstede, de datajournalist van Nieuwsuur, vals is. Om de fouten in de Nieuwsuur uitzending, op basis van het valse onderzoek van de Wageningen Universiteit, worden gemaakt, te voorkomen is het belangrijk om een hoogkwalitatief winveld te gebruiken dat het assimilatie predicaat wél realiseert.

Als we het mest verlies naar de bodem  op het eind van het teeltseizoen meten kennen we de som som van het osmose verlies,, het bemesting verlies en het assimilatie verlies en bovendien ook nog de min of meer constante en zeer kleine  restwaarde.